De acht stappen naar Yoga – een pad van bewustwording

De acht stappen van Raja Yoga vormen een helder en tijdloos pad dat je uitnodigt tot fysieke zuivering, mentale helderheid en spirituele verdieping. Elk onderdeel helpt je bij het cultiveren van discipline, het verstillen van de geest en het versterken van je verbinding met wie je in wezen bent.

Wanneer je je deze stappen eigen maakt, ontvouwt zich niet alleen meer vitaliteit in je lichaam, maar ook een diepere afstemming met je hart en ziel. Je ontwikkelt een verfijnder bewustzijn – in jezelf, én in relatie tot de wereld om je heen.

Wat in dit bericht volgt is een uitgebreide beschrijving van dit eeuwenoude pad. Laat je niet ontmoedigen door de hoeveelheid of de diepte ervan: ieder mens bewandelt deze weg op zijn eigen tempo, op zijn eigen wijze. Je hoeft de acht stappen niet lineair te doorlopen – jouw behoefte van dit moment wijst je de weg.

Naarmate je je vertrouwder voelt met de verschillende stappen, leer je intuïtief herkennen waar onbalans is ontstaan – en hoe je jezelf kunt helpen herinneren aan wie je werkelijk bent. Dan wordt dit pad een innerlijk kompas, en de praktijk een levende weg naar vrede.


Voor wie nieuw is in de wereld van Raja Yoga

Je bent van harte welkom in de cursus of voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. In een persoonlijk gesprek reik ik je de eerste puzzelstukjes aan – op een eenvoudige en toegankelijke manier.

De informatie op deze pagina kan overweldigend zijn als je net begint. Zie het daarom als een schatkaart waar je later telkens op kunt terugkomen, als een gids voor onderweg.


Voor wie al langer oefent

Wanneer je al bekend bent met deze yogavorm, of deelneemt aan de lessen, dan kun je deze pagina gebruiken als inspiratie of naslagwerk.

Een praktische tip: begin bij Asana (stap 3). Door regelmatige beoefening ga je je energie bewuster voelen stromen. Vanuit die basis kun je stap 6, Dhāraṇā, de kunst van concentratie, gaan ontdekken – en leren navigeren in de wirwar van gedachten en indrukken.

Pas dán wordt het zinvol om je te verdiepen in stap 4, Prāṇāyāma. Deze krachtige ademtechnieken vragen om voorbereiding, die je vindt in de zuiverende oefeningen van de Kriyā’s. Te vroeg beginnen met prāṇāyāma kan onnodig uitdagend zijn.

Voel je vrij om vragen te stellen – uiteraard bieden ook de lessen hierin bedding en begeleiding.


Ik wens je een reis vol inzicht, overgave en innerlijke stilte.
Laat je raken, en herinner je – zacht en helder – wie je bent.

Het pad van Yoga – een levende weg naar eenheid

Een stevige fundering is essentieel voor ieder bouwwerk dat de tand des tijds wil doorstaan. Zo vormen de acht stappen van Yoga het fundament onder een innerlijk bouwwerk.

Yama, Niyama, Āsana, Prāṇāyāma, Pratyāhāra, Dhāraṇā, Dhyāna en Samādhi.
Deze stappen – samen het ashtānga pad – zijn de ruggengraat van de yogabeoefening. Waar en op welke manier je ook met Yoga werkt, deze acht zijn altijd aanwezig. Een yogavorm waarin één van deze schakels ontbreekt, mist het geheel.

Waarom is dat zo?

De noodzaak van een volledige benadering
Wij zijn niet slechts lichamen, gedachten of gevoelens.
We zijn een levend mysterie, opgebouwd uit lagen:
• het grofstoffelijke lichaam, gevormd uit de vijf elementen,
• het subtiele lichaam, waarin gedachten, gevoelens en indrukken zich bewegen,
• en het causale lichaam, de bron van intuïtie en diep innerlijk weten.

Deze drie lichamen zijn niet los van elkaar te begrijpen – ze vormen samen één levend energieweb. Wanneer we onszelf werkelijk willen ontwikkelen, dienen we deze drie lagen tegelijk te benaderen. Dáárom zijn alle acht stappen nodig: elk van hen raakt een ander aspect van je wezen aan.

Laat je er één weg, dan blijft een deel van jezelf onaangeraakt. Voeg je er stappen aan toe, dan is het niet nodig – want het systeem is in zijn eenvoud en diepte volledig. Acht is genoeg.

De rol van elke stap
• Samādhi zuivert het causale lichaam
• Dhāraṇā, Dhyāna en Pratyāhāra werken op het subtiele lichaam
• Prāṇāyāma versterkt de brug tussen het grove en het subtiele lichaam
• Āsana zuivert het fysieke lichaam en maakt het tot een stabiele tempel
• Yama en Niyama vormen het morele en innerlijke fundament waarop alles rust

De juiste volgorde, de juiste bedding
Voor wie net begint, kan het zinvol zijn de focus te leggen op:
• Āsana – stabiliseer het lichaam
• Prāṇāyāma – zuiver de energie
• Pratyāhāra – keer de zintuigen naar binnen

En pas dán:
• Dhāraṇā – leer je aandacht richten
• Dhyāna – word stil in gedachten
• Samādhi – ervaar de eenheid voorbij het denken

Maar zelfs deze volgorde is niet rigide. Iedere dag brengt een andere behoefte. Je route is jouw eigen weg.

Kriya Yoga – voorbereiding vanuit eenvoud

Patañjali, de oervader van Yoga, beveelt aan om vóór het richten van de geest eerst Kriyā Yoga te beoefenen:

• Tapas – soberheid, discipline
• Svādhyāya – zelfstudie
• Īśvarapraṇidhāna – overgave aan het hoogste

Wanneer Zelfrealisatie dichterbij komt, verdwijnen de eerste stappen niet – ze verdiepen zich stilletjes, als de fundering van een huis: onzichtbaar, maar onmisbaar.

Prāṇāyāma – kracht en zuivering
Als concentratie niet lukt, kan prāṇāyāma helpen. Het werkt krachtig en transformerend. Hoewel minder subtiel dan mantra of contemplatie, helpt het het denken (manas) en het intellect (buddhi) zich los te maken van afleiding, zodat je je opnieuw kunt richten op het innerlijke.

De geschriften zijn helder:
“Zoals metaal wordt gezuiverd door vuur, zo worden de zintuigen gezuiverd door energiebeheersing.”
Manu Smṛti 6:71

Prāṇāyāma en Pratyāhāra helpen je te onthechten. Dhāraṇā en Dhyāna laten je voorbij mentale ruis gaan.

Samenvattend – acht instrumenten op jouw pad
• Yama – het vermogen om nee te zeggen, vijf morele richtlijnen in afstemming met je ziel
• Niyama – het richten op vijf innerlijke idealen
• Āsana – het kunnen verblijven in een houding, zonder onrust
• Prāṇāyāma – het balanceren van de innerlijke krachten (Śiva en Śakti)
• Pratyāhāra – het terugtrekken van de zintuigen
• Dhāraṇā – gefocuste concentratie
• Dhyāna – gedachteloosheid en diepe stilte
• Samādhi – eenwording en leegte

Laat je uitnodigen
Zolang onze aandacht alleen naar buiten is gericht – op de vergankelijke wereld – blijven we herhalen en herbeleven. Maar er komt een moment waarop we stilvallen en naar binnen keren.

Dan ontvouwt zich het besef van wie we in wezen zijn: één met het leven zelf.
Laten we beginnen met de beoefening.

In eenvoud, met liefde, op jouw eigen ritme.
Namasté.
Aanwijzingen bij de Yama’s

Betekenis
De Yama’s zijn morele principes die je beschermen tegen:
• automatisme,
• pijn en onrust,
• verspilling van energie,
• en alles wat je afleidt van jouw diepste Zelf.

Ze vormen een innerlijk kompas, een stille begeleiding waardoor jouw leven in lijn komt met jouw ziel én het Goddelijke. Niet als starre regels, maar als levende richtlijnen die je helpen om eenvoudig, helder en liefdevol te leven.

Wanneer je je laat leiden door de Yama’s, zeg je nee tegen wat je weghaalt bij jouw essentie en ja tegen dat wat je ziel voedt. Zo openen de Yama’s de ruimte om te voelen, te kiezen en in afstemming te handelen.

Streven
Het doel van de Yama’s is je te ondersteunen op je weg naar innerlijke vrijheid en Godsbewustzijn. Ze versnellen je pad naar Zelfrealisatie, omdat je leert te leven in harmonie met universele wetten.

Wanneer je dit pad verder bewandelt, verdwijnen de Yama’s niet. Ze verdiepen zich, zoals wortels die stevigheid geven terwijl je takken omhoog reiken naar het Licht. Ze blijven een fundament waar je altijd op kunt terugvallen.

Op korte termijn:
• Als je levendigheid en innerlijke kracht ervaart, is je onderscheidingsvermogen actief. Dat is een teken dat je in lijn leeft met deze morele bedding.

Voorbereiding
De toepassing van de Yama’s is laagdrempelig:
• Merk je tijdens je dag dat je wordt meegesleept, gestrest of verwijderd raakt van je hart?
• Word je onrustig of twijfel je aan je keuzes?
Dan is dat een uitnodiging om stil te staan en je opnieuw te herinneren aan deze principes.

Uitvoering
1. Kies bewust.
Wanneer je merkt dat je wordt geleefd, kies dan wat je wél en niet toelaat. Een weigering, gebaseerd op een innerlijk principe, brengt je terug bij jezelf.
2. Laat de vijf Yama’s door je heen gaan:
• Ahimsa – geweldloosheid in gedachten, woorden en daden.
• Satya – waarheid spreken in zachtheid.
• Asteya – niets nemen wat niet vrij gegeven wordt.
• Brahmacharya – zuiver leven, energie niet verspillen.
• Aparigraha – niet begeren, leven in eenvoud.
3. Observeer.
Welke resoneert het meest vandaag? Blijf daarbij. Hoe vaker je dit innerlijke ‘spel’ speelt, hoe subtieler je afstemming wordt. Ideaal is om deze keuzes al op het niveau van je gedachten te maken, nog vóór je spreekt of handelt.
4. Bewaar vrijheid.
Wees alert dat je niet afhankelijk wordt van deze principes als een nieuwe gevangenis. De geest van de wet is belangrijker dan de letter. Regels zijn richtingwijzers, geen ketenen.

Afronding
Na een bewuste keuze zul je merken dat je terugkeert bij jezelf. Je onderscheidingsvermogen (Buddhi) wordt helder en de energie begint weer zacht te stromen.

Vanuit deze helderheid:
• Vereenvoudigt je leven zich vanzelf.
• Kom je meer in contact met universele wetten.
• Voel je je gedragen door een stille, goddelijke stroom in je dagelijks functioneren.

Zo worden de Yama’s een levend fundament waarop je jouw pad verder bouwt, met lichtheid en vertrouwen, in verbinding met je ziel en het Goddelijke.

Voel je hoe deze eenvoud kracht geeft? Dat is het teken dat je in afstemming leeft, geleid van binnenuit.

Een ideale basis om op verder te bouwen.
Voor een uitgebreidere en specifiekere uitleg, download de verdere uiteenzetting over de Yama’s.
Aanwijzingen bij de Niyama’s

Betekenis
Je zou de Niyama’s morele voorschriften kunnen noemen, maar liever spreken we van morele idealen. Idealen zijn krachten die je jezelf schenkt om richting en groei mogelijk te maken. Ze zijn universele krachtlijnen die ontwikkeling en vervulling ondersteunen.

Door de kracht van de Niyama’s ontstaat een heldere richting: een rechte lijn naar het doel toe. Ze zetten als het ware groeilijnen uit. Denk aan een klimop die je helpt omhoog te klimmen langs een muur – de stokken die hem dragen, dát zijn de Niyama’s.

Met de Niyama’s geef je je leven opnieuw vorm. Je schept een nieuwe structuur waarin de Yama’s zijn opgenomen. Zonder regelmatig contact met jezelf kun je deze idealen niet werkelijk ervaren.

Daarom gaan de Niyama’s verder dan de Yama’s.
De Yama’s zijn als verhuizers – ze brengen in beweging wanneer de situatie erom vraagt.
De Niyama’s zijn de bewoners – zij geven invulling aan het dagelijks leven.
De Yama’s pas je toe wanneer nodig,
de Niyama’s leef je voortdurend.

Streven
Door de toepassing van de Niyama’s zuiver je jezelf steeds verder en ontwikkel je zelfbeheersing.
Heb je Zelfrealisatie bereikt, dan verdwijnen de Niyama’s naar de achtergrond. Maar, net als fundamenten, blijven ze essentieel – onzichtbaar, maar dragend. Houd ze dus in het oog: ze leiden tot bewustzijn van het Zelf.

Voorbereiding
Je kunt de Niyama’s pas werkelijk beoefenen wanneer de Yama’s je niet langer in de weg zitten.
Je ontwikkeling verloopt van grof naar subtiel. Het spel met de Niyama’s zal zich steeds meer afspelen op het niveau van gedachten, nog vóór ze zich uiten in woorden of daden.

Uitvoering
Voor een vruchtbare beoefening: stem je af op je ziel en draag de vruchten van je handelingen op aan het Allerhoogste.
Pas een Niyama toe wanneer je daar zin in voelt – tijdens je yogabeoefening of gewoon in het dagelijks leven.
Observeer je gedachten, woorden en daden met betrekking tot de vijf Niyama’s:
– zuiverheid (shaucha)
– tevredenheid (santosha)
– soberheid/tapkracht (tapas)
– zelfstudie (svadhyaya)
– overgave aan het hogere (ishvara pranidhana)
Let op dat je je er niet mee identificeert. Blijf in waarneming – dan blijft je intuïtie beschikbaar. Zo ontstaat er ruimte voor speelsheid én groei.
Het controlemiddel is eenvoudig: voel je er energie van stromen? Dan ben je op de goede weg.

Voor een specifiekere en uitgebreidere uitleg, download de uiteenzetting over de Niyama’s.

Afronding
Je zult merken dat de energie steeds krachtiger begint te stromen.
Je komt (nog) dichter bij jezelf.
Wees jezelf. Leef. Speel. Dans – vanuit hart en ziel.
Aanwijzingen bij de Asana’s
Betekenis
Het woord āsana betekent letterlijk ‘zitten’: een statisch, innerlijk gerichte vorm van zitten.
Een āsana is geen snapshot of gymnastische pose om louter fysiek na te bootsen. Het is een levend proces waarin de acht stappen van yoga samenkomen.
In het lichaam manifesteert dat zich als één principe: gestrekt én gemakkelijk.

Streven
In elke Hatha‑yogahouding streef je naar harmonie (sattva); zonder sattva is er geen ontwikkeling.
Meer harmonische energie opent je energiekanalen, wat leidt tot standvastigheid, gezondheid (vrij van ziekten) en soepelheid.
In praktische zin heb je ultieme volmaaktheid bereikt wanneer je driemaal ʹeen uur en veertig minutenʹ (traditioneel 3 h 20 min) onafgebroken, gedachteloos en roerloos in een āsana kunt verblijven.
Stap voor stap ontstaat zó veel harmonie op alle niveaus (grof, subtiel, causaal) dat Ātman (ziel) tot in het fysieke kan indalen; zie de āsana als een ontvangstcomité.
Yoga gaat om de weg, niet om het einddoel. Voel daarom eerst of je zin hebt in een āsana, laat de houding ontstaan en ervaar of je tijdens en erna rustiger en vitaler (sattva) bent. Dán ben je op weg.

Voorbereiding – beginners
Raadpleeg voor beeldmateriaal Licht op Yoga van B.K.S. Iyengar.
Het lesrooster verloopt: eerst symmetrisch (waar zit het probleem?), dan asymmetrisch (probleem aanpakken) en weer symmetrisch (winst).
Houdingen die lastig zijn, zijn juist de houdingen die je nodig hebt. Stijfheid of krachtgebrek wijst op een tekort aan energie; ook links‑rechtsverschillen vragen aandacht.
Begin altijd kwalitatief: zoek eerst de ervaring van sattva (harmonie). Dat maakt je soepeler. Vergroot pas daarna met een krachtoefening de kwantiteit van die energie.
Zie āsana-beoefening als een spel; vat het niet te serieus op. Laat je plezier leidraad zijn.
De houdingen staan in het rooster in het Sanskriet. Het uitspreken daarvan (een kleine mantra) en er zin in hebben, ís al het begin van de beoefening.
Ben je ongesteld of zwanger, oefen op halve kracht; alle āsana’s blijven toegestaan.

Voorbereiding – gevorderden
Wordt je gevoel voor een houding sterker, kies dan intuïtief.
Bereid de āsana mentaal: visualiseer de houding en voel of er enthousiasme ontstaat (vooral rond het hart). Zo niet, wacht of kies een andere houding.
Lukt een houding fysiek niet maar trekt ze wel? Mediteer erop en ervaar wat er innerlijk gebeurt.

Uitvoering – beginners
Kom vlak vóór je fysieke limiet: lichte spanning aan de buitenkant, zachtheid vanbinnen – als een “Vlaamse friet”. Dan ontstaat een energiegevend, kalm gevoel (sattva).
Observeer hoe lang je in deze harmonische staat kunt blijven; laat de āsana haar werk doen.
Pas na circa tien seconden verspreidt de harmonische energie zich door het hele systeem: blijf daarom zo lang mogelijk in de houding.
Volg Patanjali’s principe: balanceer voortdurend tussen sthira (stabiliteit/strekking) en sukha (gemak/genot).
Voel je geen sattva, dan oefen je te mentaal of zonder zin. Wacht tot de inspiratie terugkeert.
Signalen van disbalans: verkramping, zweten, warmte, vermoeidheid, snelle hartslag of adem, onrustige gedachten, spierpijn (rajas); of loomheid, zwaar‑ of slap gevoel (tamas). Stop dan.

Uitvoering – gevorderden
Herstel disharmonie met mentale kracht: richt je aandacht op het meest kritische chakra binnen de houding. Welk Chakra bij welke oefening hoort daar kan ik je bij deze enkele suggesties in geven.
Stem je af op je ziel en draag de vruchten van je oefening op aan het Allerhoogste.
Kan je een boost gebruiken? Śīrṣāsana (hoofdstand) stimuleert het kruinchakra en verdiept de causale verbindingsbeleving. Je ontwikkeld meer durf en lef. Velen beginnen hier hun āsana beoefening mee.
Oefen tot je volledig stil bent en je ogen niet meer knipperen. Oefen ontvankelijk, in overgave, tot de houding op alle niveaus helend werkt: zie jezelf als een beker die zich vult met vernieuwde energie (sattva).
Wanneer zich spontaan samādhi aandient, laat het spel van controle en overgave zich op causaal niveau voltrekken.

Afronding
Voel je onrust? Stop dan – liever weinig en goed dan veel en zonder effect.
Geen zin meer? Pauzeer; Śavāsana (lijkhouding) of Tadāsana (berghouding) helpt. Begin later opnieuw of ga verder met een andere houding.
Beperk je tot maximaal tien āsana’s: kies kwaliteit boven kwantiteit en vervolg daarna met stilte‑oefening.
Consequente beoefening verandert je levenshouding blijvend.
Andere oefeningen op deze pagina ondersteunen je concentratie en brengen de beoefening naar overgave. De lessen helpen je daarbij.
Wil je meedoen? Schrijf je in.

Veelgestelde vragen over āsana-beoefening
Ik wil meer vooruitgang in mijn āsana‑beoefening.
Beoefen ook de andere stappen van het achtvoudige pad. Āsana is er maar één. Vooruitgang najagen is een hindernis. Oefen alleen als je er een glimlach van krijgt.

Ik vind sommige āsana’s lastig.
Lastig vinden is hunkeren naar resultaat. Doe een andere āsana. Op een dag zie je vanzelf mogelijkheden.

Ik voel het energiegevende niet.
Waarnemings‑ en onderscheidingsvermogen groeien met de tijd. Doe wat je plezier geeft; het verschil dient zich vanzelf aan.

Ik heb spierpijn van het oefenen.
Je bent te ver gegaan. Vraag om tips en hervat pas als je er weer zin in hebt.

Waarom lukt een kant beter dan de andere?
Links is verbonden met de rechterhersenhelft (ontvankelijk, creatief, voelend); rechts met de linkerhersenhelft (denkend, handelend). Yoga streeft naar balans tussen beide.

Ik onthoud de Sanskrietnamen niet.
Dat komt vanzelf; het belang van Sanskriet ervaar je gaandeweg.

Waarom behandel je in de les zo weinig āsana’s?
Wij kiezen voor kwaliteit, niet kwantiteit.
Aanwijzingen Pranayama
Inleiding

Wanneer je het spel met Āsana (stap 3), Dhāraṇā (stap 6) en de Kriyā’s begint te beheersen, breekt het moment aan om kennis te maken met de Prānāyāma’s. Sta open. Wees geduldig. Net als de houdingen vraagt ook deze beoefening tijd voordat het voelbaar wordt. Een goede voorbereiding is belangrijk: lees Subtiele Anatomie, een gratis e-book van Philippe ‘Ajita’ Barbier, om eerder de essentie van deze subtiele oefenvorm te vatten.

Betekenis
Prānāyāma wordt vaak ten onrechte vertaald als ademhalingsoefening. Maar prāṇa betekent subtiele levensenergie, niet adem. Prānāyāma is de kunst van het mentaal aansturen van energie.
Prāṇa is de brug tussen het denken (manas) en het lichaam.
Het vitale omhulsel (prāṇamaya kośa) coördineert onze handelingen én het opnemen van indrukken.
Prāṇa beïnvloedt ook onze zintuigen (indriya’s) en zuivert lichaam én geest.
Prānāyāma is geen fysieke techniek, maar een innerlijke beoefening van energetisch evenwicht en mentale verstilling.

Streven
De meeste Prānāyāma’s (met uitzondering van Mūrchā en Plāvinī) zijn bedoeld om het evenwicht tussen de maankwaliteit (Śiva) en zonnekracht (Śakti) te herstellen (download de oefeningen).
Via Idā (links, koel, introspectief) stroomt Śiva; via Piṅgalā (rechts, actief, verwarmend) stroomt Śakti. Wanneer die in balans zijn, opent zich het derde kanaal: Suṣumnā, het kanaal van Brahman.
Door beoefening worden blokkades (samskāra’s) in de nadi’s opgelost, en mentale wervelingen (vṛtti’s) tot rust gebracht.
Je vitaliteit neemt toe; je wordt minder afhankelijk van slaap, voedsel of zuurstof.
De eerste fase van beoefening heet kunstmatige Sahita Kumbhaka — technisch en bewust geteld. Later ontstaat spontane Kevala Kumbhaka — moeiteloos, vanuit innerlijke afstemming.
Prānāyāma is ideale voorbereiding op concentratie, meditatie en contemplatie.
Het ultieme doel is steeds meer harmonie (sattva).

Voorbereiding
Niet beoefenen bij zwangerschap en ongesteldheid.
Begin zittend, comfortabel en stabiel. Laat je geest tot rust komen tot je een toestand van sattva bereikt en voel of je er zin in hebt.
Observeer je energiestaat:
Shakti-overheersing (rajas) → naar buiten gerichte energie (moe, overprikkeld).
Shiva-overheersing (tamas) → naar binnen gekeerde energie (loom, zwaar).
Onbalans in beide → constante vermoeidheid.
Kies je Prānāyāma op gevoel: de oefening die ‘lekker voelt’ is vaak de juiste.

Uitvoering
Begin laag:
Inademing (pūraka) 12 tellen → vasthouden (kumbhaka) 48 → uitademing (recaka) 24 → vasthouden (kumbhaka) 48
(verhouding: 1 / 4 / 2 / 4 — afgestemd op ego-actieve fase)
Langzame opbouw naar uiteindelijk 80 / 360 / 160 / 320 is essentieel. Te snelle opbouw kan fysieke en mentale klachten geven: beven, misselijkheid, astma, hoofdpijn etc.
Gebruik het innerlijk chanten van AUM per tel om mentale onrust te kalmeren en je aandacht te centreren.
Afhankelijk van de Pranayama oefening en welke fase je zit binnen de beoefening voer je een instroming, uitstroming, beide of het vasthouden uit. Je aandacht kan dan bij de maan en/of de zonnepoort zijn. 15 centimeter boven ons hoofd bevind zicht de maanpoort oftewel Chandra Bindu. Hier komt de Shiva-energie ons subtiel lichaam binnen door het Ida kanaal en gaat de Shakti-energie naar buiten door het Pingala kanaal. Of je aandacht is bij het vasthouden en vervolgens verspreiden van de energie binnen jezelf. Of deze is bij de zonnepoort of Surya Bindu. Deze bevindt zich bij je stuit. Hier gaat de Shiva-energie uit ons subtiel lichaam door het Ida kanaal en komt de Shakti-energie binnen door het Pingala kanaal.
Tijdens kumbhaka (vasthouden):
– activeer Jālandhara Bandha (keelcentrum) en Mūla Bandha (stuit) — fysiek en
energetisch.
– zo verspreidt de energie zich intern zonder verlies naar buiten.
Merk je: zweten (rajas) of rillen (tamas)? Stop direct. Je bent uit balans.
Geniet tijdens kumbhaka van de innerlijke processen: tintelingen, ruimte, warmte, stilte.
De belangrijkste fase is kumbhaka — daar vindt integratie en transformatie plaats.

Afronding
Naarmate je gevorderd raakt, ervaar je een diepere harmonie tussen Śiva en Śakti. Gedachten verdwijnen en meditatie begint vanzelf.
Ervaar je niets? Dan is of de oefening verkeerd gekozen of zonder bezieling uitgevoerd.
Prānāyāma lost tijdelijke onbalans op — herhaal wanneer nodig.
Alleen door meditatie en contemplatie verdwijnen disbalansen blijvend.
Oefen op verschillende tijdstippen van de dag (8 momenten, telkens 3 uur na elkaar) om te leren omgaan met veranderende energetische invloeden.
Let ook op de chakra’s: het zijn open ramen naar andere werkelijkheden. Sluit ze via Pratyāhāra (terugtrekken van de zintuigen), zodat je Prānāyāma effectiever is. Anders is het als stofzuigen met de ramen open.

Meedoen? Schrijf je in.

Vragen Pranayama beoefening:

Was Pranayama niet iets met ademhaling?
Nee! Het is in een geheel aan subtiele technieken, waarbij energie mentaal gestuurd wordt. Bevestiging hiervan kun je vinden in de geschriften van Swami Vivekananda, Alice Bailey en stemmen overeen met de indrukwekkende en absoluut revolutionaire beschrijvingen van de drie fundamentele geschriften van Hatha Yoga: de Hatha Yoga Pradipika, de Gheranda Samhita en de Shiva Samhita. Bij vergelijking van de effecten van zowel de benadering van Pranayama via ademhaling als de benadering via mentale sturing is het meer dan duidelijk: de effecten van het mentaal sturen zijn grondiger, krachtiger en gaan dieper. Vergelijk het zelf.

Ik voel niets tijdens de beoefening, wat doe ik verkeerd?
De vraag die je stelt geeft dat je opzoek bent naar iets. Het ervaren van de Shiva en Shakti energie voel je wanneer je ervoor open staat. Heb je er zin in? Wacht met de beoefening totdat je zin voelt. Stap voor stap zal je vanuit deze open houding de kunst van het harmoniseren van het mannelijke en vrouwelijke in jezelf eigen maken.

Ik raak dikwijls de tel kwijt tijdens de beoefening. Wat doet dat met het effect?
Door vermoeidheid en veelvuldige gedachtes kunnen we de draad van de oefening kwijt raken. Het is wat het is. Het eerste waar naar je kan kijken is of je zin er nog is. Is dat zo? Pak de draad weer op. Over het algemeen zal je vermoeidheid en gedachtes door het harmoniserend effect minder worden. Is je zin verdwenen? Stop met de oefening! Ga niet door, je zal geen vooruitgang boeken. Wacht totdat je zin weer komt of doe een andere oefening waar je wel zin in hebt, zoals de Kriya’s of het luisteren naar het eigen energie geluid.

Ik hou niet van dat tellen, het stoort me, mag het ook zonder?
Dat kan alleen wanneer je de Pranayama’s volledig in de vingers hebt, in zoverre dat je ze kunt dromen. Dan kan je spontaan vanuit het wensen je energiehuishouding in evenwicht houden. Bestudeer ze, praat er met anderen over. Krijg meer begrip en vooral gevoel voor de beoefening. Wat ook kan is dat je vooraf al een goede concentratie hebt. Bezig zijn met een Pranayama oefening is dan storend. Ga verder met concentratie en meditatie.

Ik had zin, alleen kom ik na de Pranayama oefening niet verder in mijn concentratie.
Dan heb je de verkeerde Pranayama oefening gekozen. Neem een nieuwe en ervaar wat voor effect die op je heeft. Stap voor stap zal je steeds vaker de juiste kiezen. Pas op dat je effect gaat na streven. Dan wordt resultaat belangrijker dan je zin erin.

Ik onthoud de oefeningen niet.
Studeer en beoefen wanneer je er iets voor voelt. Ontwikkeling is alleen mogelijk wanneer je ervoor open staan. Forceer niets, laat het gebeuren. Door veelvuldige beoefening zal je effect gaan ervaren, krijg je er meer gevoel voor en is het onthouden van de diverse Pranayama’s een bijeffect.

In de Yogaliteratuur zie ik dat Shiva als een man wordt afgebeeld en Shakti als een vrouw. Jij hebt het erover dat Shiva vrouwelijke energie is en Shakti mannelijk, hoe zit het nou?
Van nature heeft een man in zichzelf meer mannelijke energie (Shakti, actie, denken) en heeft het vrouwelijke energie (Shiva, rust, gevoel) nodig om harmonisch te zijn. De natuur is altijd opzoek naar harmonie. Mannen zijn over het algemeen rustiger (Shiva) van aard toch? Shiva heeft in deze zin een mannelijke kracht. Daarom wordt Shiva als een man afgebeeld. Bij vrouwen is het precies andersom. Er zijn nuanceverschillen uiteraard, nl. vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen. In een liefdesrelatie wordt dan meestal de tegenpool gevonden voor meer harmonie. Ook hierin is de natuur opzoek naar harmonie. Met succesvolle Pranayama beoefening ga je met deze energieën en krachten spelen en wordt minder afhankelijk van externe omstandigheden. Meer bij jezelf zijn is het gevolg.
Aanwijzingen Pratyahara:
Het terugtrekken van de zinnen – leven vanuit de Ziel

Wanneer ben je klaar voor Pratyāhāra?
Pratyāhāra is geen beginstap, maar een poort die zich opent wanneer er innerlijke harmonie is – wanneer sattva, de heldere, evenwichtige kwaliteit van de geest, is toegenomen door beoefening van āsana, prāṇāyāma en dhāraṇā op het innerlijke geluid (nāda).

Dan wordt het gemakkelijker om boven de ruis van gedachten uit te stijgen en voel je helder wat er werkelijk in je leeft. Zo niet, beoefen dan langer de voorbereidende stappen – met liefde, toewijding en geduld.

Wat betekent Pratyāhāra?
In de wereld raken we makkelijk gehecht: aan mensen, ervaringen, bezittingen, routines. We verliezen onze vrijheid. We geven ons over aan de zintuiglijke wereld, of we proberen haar te onderdrukken – beide leiden tot spanning.

In yoga leren we met verfijning om te gaan met deze gehechtheden. We leren onze energie bewust terug te trekken. Dat heet pratyāhāra – onthechting. Het is geen afstand nemen uit kilte, maar terugkeren tot de essentie.

We worden weer meester van onze innerlijke stroom.

Het pad van onthechting – vanuit Buddhi
Het onderscheidingsvermogen – buddhi – is als een innerlijk licht. Als buddhi zuiver en kalm is, worden de zintuigen vanzelf rustig. Dan is er geen strijd meer, geen dwang, maar een natuurlijke terugkeer naar binnen.

Wanneer buddhi verstrikt raakt in gehechtheid, ontstaan de vijf kleśa’s: onwetendheid, ego, begeerte, afkeer en angst voor sterven. Deze trekken ons steeds opnieuw in saṁsāra, het rad van geboorte en dood.

Maar als je buddhi in sattva brengt, lost verwarring op. Dan openbaart zich innerlijk weten – stil, helder, betrouwbaar.

Zoals bijen hun koningin volgen, zo volgen de zintuigen het kalme, verlichte intellect.

Wat zijn de zinnen – Indriya’s?
De indriya’s zijn subtiele organen van waarneming en handeling. Ze kunnen zich uitbreiden (rajas), samentrekken (tamas) of in balans zijn (sattva).
We onderscheiden:

Jñānendriya’s – organen van waarneming:
1. Gehoor – oren
2. Zicht – ogen
3. Reuk – neus
4. Smaak – tong
5. Tast – huid

Karmendriya’s – organen van handeling: 6. Spraak – stem
7. Grijpen – handen
8. Voortbewegen – benen
9. Voortplanting – geslachtsorganen
10. Uitscheiding – blaas/darm/poriën

Als de zintuigen de leiding krijgen over onze energie, verliezen we richting. Wanneer we leven met bewustzijn in manas (het denkvermogen), kunnen we die energie terughalen.

Wat is Manas?
Manas is als de coördinator van je wezen. Het ontvangt indrukken via de indriya’s en stuurt ze door naar buddhi. Als ons bewustzijn zich uit manas terugtrekt, raken de zintuigen op drift.

Bij pratyāhāra breng je die energie terug – naar waar ze thuishoort. Je herinnert je dan: ik ben niet mijn zintuigen, ik ben het innerlijk bewustzijn dat kiest en stuurt.
Zoals een schildpad zijn poten intrekt, zo trekt de yogi zijn zintuigen naar binnen. – Yogi Gorakṣa

Hoe beoefen je Pratyāhāra?
1. Word je bewust van gehechtheid
Waar voel je jezelf vastzitten? Wat trekt steeds je aandacht? Vraag jezelf: Kan ik zonder? Als het antwoord nee is, herken dan de gehechtheid – zonder oordeel.

2. Kies voor innerlijke vrijheid
Besluit helder: Ik wil vrij zijn van deze gehechtheid. Laat dit besluit niet voortkomen uit afkeer, maar uit verlangen naar heelheid. Je activeert hiermee buddhi – het licht van innerlijk inzicht.

3. Trek je energie langzaam terug
Niet met geweld, maar zacht en geleidelijk. Alsof je een bloemblad voor bloemblad opent. Laat je wezen wennen aan het loslaten.

4. Richt je op iets nieuws
Breng je aandacht naar iets voedends, iets dat je omhoog tilt. Speel met je aandacht, onderzoek, keer terug – totdat het nieuwe je raakt en vervult. Zo stroom je vanzelf weg van het oude.

Vier vormen van onthechting
1. Yatamāna – progressieve onthechting
Je herkent hoe je gevoelens van aantrekking en afkeer via de zintuigen worden getriggerd. Vervolgens trek je deze energie stap voor stap terug.

2. Vyatireka – exclusieve onthechting
Je kiest bewust één gehechtheid en gaat daar exclusief mee werken. Zo bevrijd je jezelf stukje bij beetje.

3. Ekendriya – onthechting van één zintuig
Bij hardnekkige gehechtheid – zoals roken of schermverslaving – richt je je op één aspect. Bijvoorbeeld het moment van aankoop, het aanraken, het kijken. Daarmee begin je je bevrijding.

4. Vaśīkāra – gecontroleerde onthechting
Zelfs wanneer je zintuigen in contact zijn met hun objecten, blijf je innerlijk vrij. Je buddhi, manas, citta en indriya’s zijn in harmonie. Dit is ware meesterschap.

Niets kan je dan meer uit je centrum halen.

Wat gebeurt er bij Pratyāhāra?
In het gewone leven verzamelen de zintuigen informatie en sturen die via de tanmātra’s (subtiele elementen) naar manas en vervolgens naar buddhi. Die verwerkt en verfijnt, en de indrukken worden opgeslagen in citta, je geheugen.

Bij pratyāhāra wordt deze stroom onderbroken. Je ogen zien, maar nemen niets waar. Je oren horen, maar reageren niet. Je handen grijpen niet, je voeten bewegen niet. Manas is stil, buddhi kalm, indriya’s rusten. Het hele wezen keert zich naar binnen.

Dan ontstaat stilte. Er is geen input meer. Alleen de innerlijke aanwezigheid – puur en onaangeraakt.

Voorbereiding
• Neem een comfortabele zit aan, bij voorkeur op een kussen. Breng je geest tot rust. Voel of er bereidheid en zin is. Zonder verlangen is er geen verdieping.
• Roep je Ziel aan – een stille intentie vol vertrouwen is voldoende.
• Speel zachtjes met je energie: zie, voel, keer terug. Speel met gehechtheid alsof je een kind bent. Niks zien, dan weer wel. Voel je gehecht? Dan is het tijd voor onthechting.

Afronding
Wanneer je de beoefening vaker doet, zal je merken dat je innerlijke energie harmonieuzer wordt – sattva verspreidt zich. Voel je geen verschil? Dan was je voorbereiding misschien niet diep genoeg, of is het nog niet de juiste fase.

Maar weet: elke poging telt. Ook het zoeken ís al terugkeren.
Laat de vruchten van je beoefening een offer zijn – aan dat wat groter is dan jij.

De lessen zullen je hierin ondersteunen.
Veel vreugde en innerlijke bevrijding gewenst.

Meedoen? Schrijf je in.
Aanwijzingen Dharana op Nada
Luisteren naar het innerlijke geluid van de Ziel

Wat is Nāda?
Dhāraṇā betekent gerichte aandacht, een concentratie die de poort opent naar innerlijk verstillen. Een van de meest heilige en krachtige vormen hiervan is luisteren naar nāda – het innerlijke geluid.

Dit is niet zomaar een auditieve sensatie, maar een trilling van je diepste wezen. Nāda ontstaat wanneer de twee kosmische krachten – Śiva (stilte, het eeuwige Zijn) en Śakti (beweging, de scheppende stroom) – botsen op de indrukken (saṁskāra’s) die in jouw energiesysteem liggen opgeslagen. Deze botsing laat zich horen als een subtiele ruis, soms alsof je de zee hoort. Het is een eerste fluistering van het Goddelijke in jou.

Waarom deze beoefening?
De geest is als een slang: kronkelend, rusteloos, zoekend. Maar wanneer zij nāda hoort, keert ze zich naar binnen, verankert zich in één stroom – en vergeet al het andere.

De weg naar stilte wordt niet geforceerd. Ze ontluikt. Terwijl je blijft luisteren, wordt het geluid zachter en transparanter. De ruis lost op, de indrukken verdwijnen. De innerlijke trilling wordt zuiverder, sneller, vrijer.

Zo hervindt de ziel haar oorspronkelijke stroom – rechtlijnig, licht, krachtig. En deze stroom is verbonden met de oorsprong van al het leven. Je herinnert je dan iets wat je nooit vergeten bent, alleen even kwijt was.

Wanneer het luisteren diep genoeg is geworden, ontstaat vanzelf een staat van volledige innerlijke ongevoeligheid voor wereldse prikkels. Deze diepe vrede wordt in het Sanskriet turīya genoemd – de vierde staat van bewustzijn, voorbij waken, dromen en diepe slaap. Het is de aanwezigheid van de Ziel zelf.

Voorbereiding
1. Neem plaats op een rustige plek. Ga comfortabel zitten – bij voorkeur op een kussen – en geef jezelf toestemming om te vertragen.
2. Breng je handen in een komvorm bij je oren en luister: hoor je het zachte ruisen van binnen?
3. Haal je handen weg. Als het geluid blijft, ben je afgestemd.
4. Hoor je niets? Geen probleem. De klank dient zich aan wanneer lichaam, geest en ziel op één lijn komen. Blijf trouw aan je pad – het moment komt vanzelf.

Beoefening
• Richt je aandacht op het geruis. Wees als een bloem die zich opent voor zonlicht: zonder streven, maar vol overgave.
• Je hoeft niets te doen – alleen te luisteren. Laat het geluid je lichaam vullen, je geest kalmeren, je hart aanraken.
• Na verloop van tijd kun je verschillende klanken waarnemen: het rinkelen van sieraden, paukenslagen, tromgeroffel, de hoge toon van een fluit. Deze geluiden zijn heilig, maar ook verleidelijk. Blijf met zachte vastberadenheid bij de oorspronkelijke ruis – nāda.
• Soms wordt het geluid zó subtiel dat je denkt het kwijt te zijn. Vertrouw: ook dit is een fase van verdieping.
• Naarmate je verder luistert, verandert de trilling in je etherisch lichaam. De vijf prāṇa’s beginnen zich te verenigen. Je energie wordt verfijnd, geheeld, geheiligd.
• Uiteindelijk glijdt je aandacht moeiteloos in dhyāna, meditatie. Een stille ruimte opent zich in jou – alsof je in een grote lichtbol zit, stil en helder. Er zijn geen gedachten meer. Alleen aanwezigheid.

Afronding
• Heb je geen zin of voelt het geforceerd? Forceer niets. Kies een andere oefening of rust eenvoudig in jezelf. Nāda vraagt niet om prestatie, maar om afstemming.
• Soms vloeit de oefening als een rivier, soms is er droogte. Blijf geduldig. De rivier weet haar weg.
• Oefen met liefde en toewijding, niet om iets te bereiken, maar om terug te keren naar wie je al bent.

Wil je hierin verder begeleid worden? Schrijf je in voor de lessen.

Veelgestelde vragen

Ik hoor niets als ik mijn handen weghaal. Doe ik iets verkeerd?
Nee. Nāda openbaart zich wanneer je innerlijke ontvankelijkheid groot genoeg is. Ga verder met je oefeningen en luister met je hart – niet alleen met je oren.

Ik hoor het wel, maar mijn gedachten blijven komen. Wat kan ik doen?
De geest kalmeert niet op commando, maar door liefdevolle herhaling. Elke keer dat je terugkeert naar het luisteren, versterk je sattva. Vertrouw op het proces.

Ik hoor het de hele dag – is dat oké?
Prachtig! Dat betekent dat je verbonden bent met een constante bron van stilte. Zie het als een zachte stroom die je telkens voedt – een innerlijke oplaadplek.

Is dit niet gewoon oorsuizen?
Wat in de medische wereld tinnitus heet, wordt in yoga al duizenden jaren als nāda herkend. De moderne geneeskunde noemt het een raadsel. De yogi herkent het als een uitnodiging tot terugkeer naar het Zelf.

Waarom is nāda zo krachtig?
Omdat het je eigen klank is. Je hoort je oorsprong. Je hoort het goddelijke in jou. Het luisteren is niet alleen een middel tot concentratie, maar een poort naar bevrijding – naar samādhi. En wie dat pad vol overgave bewandelt, wordt sterker op elk niveau van zijn bestaan.

Ik hoor de sieraden en fluiten niet. Is dat erg?
Nee. Alles komt op zijn tijd. Blijf bij je eigen nāda en laat de klanken zich openbaren zoals bloemen zich openen – zonder haast.

Tot slot: wat is Nāda precies?
De Hatha Yoga Pradīpikā beschrijft nāda als het subtiele geluid dat het einde van het individuele bewustzijn markeert – het begin van het samengaan met het Goddelijke.

De term komt van het Sanskriet nad, wat “stromen” betekent. Het is de innerlijke resonantie die ontstaat wanneer kosmische energie (Śiva en Śakti) de karmische indrukken raakt. Zoals een rivier ruist wanneer zij op stenen stuit, zo hoor jij jouw nāda – een echo van wie je werkelijk bent.

Wanneer die indrukken zijn opgelost, verandert de spiraalvormige energiestroom in een heldere, rechte lijn. Er zijn geen blokkades meer. Je energie stroomt vrij. Dit is Ātman – het Zelf.

Jij bent niet afgescheiden. Jij bént die stroom. En in het luisteren keer je terug.
Aanwijzingen Dhyana
Betekenis

Wanneer de geest tot rust komt, en gedachten zich uitgeput terugtrekken zonder volledig stil te vallen, ontstaat er een toestand die we Dhyāna noemen – meditatie. Zoals een tol die razendsnel ronddraait en daardoor stil lijkt te staan, zo komt ook het denken tot een schijnbare stilstand.

Bij Dhyāna richt je je volledig op één gekozen object. Alle andere gedachten – vṛtti’s, energiewervelingen in het subtiele lichaam – worden losgelaten. Door liefdevolle aandacht (Dharāṇā) voor dat ene, word je er één mee. Zoals een rivier die zichzelf verliest in de oceaan.

Streven
Meditatie is het antwoord op de onrust die ons in het dagelijks leven overspoelt. De vijf kleśa’s – onwetendheid, ego, gehechtheid, haat en angst voor de dood – verliezen hun kracht wanneer we alle vṛtti’s tot rust brengen. In diepe Dhyāna blijft enkel de trilling van AUM over. Alle indrukken uit je omgeving en verleden vinden geen houvast meer in jou. Wat overblijft, is stilte, heelheid en vrede.

Voorbereiding
• Neem een comfortabele zithouding aan en breng je geest tot rust. Ontspan in een staat van relatieve sattva – innerlijk evenwicht.
• Ondersteun jezelf eventueel eerst met de voorafgaande stappen (1 t/m 6), vooral Dharāṇā op Nāda (het innerlijk geluid), totdat je moeiteloos verzinkt in meditatie.
• Soms ontstaat het gevoel alsof je in een grote bolvormige kaasstolp zit – stil, omhuld, gedragen. Dit is de atmosfeer van Dhyāna.

Uitvoering
• Trek je energie terug uit alle andere gedachten (Pratyāhāra) en laat ze vervagen door gebrek aan aandacht. Richt je dan volledig op dat ene object, bijvoorbeeld de trilling van AUM. Je subtiele lichaam wordt stil, transparant. Alsof je in een zachte, eeuwige ruimte bent binnengestapt.
• Het gevoel van gedragen zijn in de kaasstolp – een beeld voor de aura van je subtiele lichaam – is diep en vervullend. Je ervaart tijdloosheid. Eeuwigheid.
• Mediteer niet uit verplichting, maar met liefde. Als de drijfveer ontbreekt, als je niet geraakt wordt, zal het niet beklijven. Dan blijft AUM slechts een klank zonder ziel. Meditatie vraagt om vuur, om sattva – innerlijke helderheid.
• Als je merkt dat je telkens je vaste grond verliest, onderzoek dan je basis:
– Zijn de yama’s en niyama’s (stap 1 en 2) voldoende geïntegreerd?
– Is je āsana (stap 3) stabiel en moeiteloos?
– Zijn er restsporen van gehechtheid of emoties (Pratyāhāra)?

Gebruik het yogaladdertje. Soms is het nodig om terug te keren naar Nāda en te luisteren, tot je weer rust vindt. Dan kun je je opnieuw stevig verbinden met de trilling die je naar binnen draagt.

Afronding
Naarmate je vaker oefent en langer verblijft in deze harmonische toestand, zul je merken dat de kleśa’s hun grip verliezen. Je wordt vrijer. Leegte wordt volheid. Als dit spel je eenmaal gegrepen heeft, zul je niet langer genoegen nemen met minder dan innerlijke harmonie. En uiteindelijk keer je terug naar de wortel van alles: het opheffen van de saṁskāra’s, de diepe oorzaken van herhaling, lijden en beperking.
Je leven zal fundamenteel veranderen.

Laat je dragen, oefen met vreugde.

De lessen zullen je hierin inspireren. Veel succes en plezier.

Meedoen? Schrijf je in.
Aanwijzingen Samadhi
de poort van het causale licht

Sam = samengebundeld, dhī = bewustzijn. In samādhi trekt het bewustzijn zich samen tot één straal — alsof je door een trechter wordt geleid naar de kern van het Licht.

Betekenis
Wanneer je grove en subtiele lichaam gezuiverd zijn en sattva overvloedig stroomt, breekt er vanzelf een hoger bewustzijn door. Samādhi vervolmaakt die zuivering op causaal niveau: het intuïtieve lichaam (kāraṇa śarīra).

• Met zaad (sabīja samādhi) — een ervaring met een tastbare innerlijke sfeer (bhāva).
• Samprajñāta (statische eenheid) in vier smaken:
Vitarka — helder beredeneren (mix van de drie guṇa’s)
Vicāra — vreugdevolle bespiegeling (rajas)
Ānanda — liefdevolle zaligheid (tamas)
Asmitā — puur zijns‑besef (sattva)
• Asamprajñāta — de dynamische voortbeweging van de stemming, bewustzijn in vrije vlucht.

• Zonder zaad (nirbīja samādhi) — geen waarnemer, geen waargenomene. Leegte (śūnyatā), de stille top.

Streven
• Samādhi is ontwaken in het causale — het domein van intuïtie en Ziel (ātman).
• Door de essentie (bīja) van een gedachte te proeven, blijft enkel de gevoelswaarde over; alle andere vṛtti’s lossen op.
• Vier causale kwaliteiten onder jouw regie:
Vitarka heelt het denken
Vicāra wekt vreugde
Ānanda omarmt liefde
Asmitā schenkt vrede
• Uiteindelijk blijft niets dan kleurloze stilte — de omarming van het Oneindige.

Voorbereiding
1. Ont‑hecht, adem, open. Laat verlangen doordrenkt zijn van vertrouwen (śraddhā).
2. Veranker kracht via de eerste zeven yogastappen; ze vormen de energie die samādhi draagt.
3. Cultiveer een helder geheugen (citta): leer, ervaar, laat los. Zo wordt elke fout meststof voor wijsheid.

Uitvoering (globale leidraad)
• Kies de kwaliteit die je ziel nu voedt: vreugde, liefde, vrede of helder inzicht. Dompel je erin onder zoals een vis in de oceaan.
• Ervaar hoe het causale lichaam pulseert: uitzetten (rajas), samentrekken (tamas), evenwicht (sattva). Speel met deze kosmische adem tot je erin huist.
• Laat de sfeer uiteindelijk oplossen in kleurloosheid: para‑vairāgya, opperste ongehechtheid. Extase komt, extase gaat – jij blijft het stille getuige‑zijn.

Afronding
• Merk je geen verschuiving? Verfijn je voorbereiding of zak liefdevol terug naar meditatie.
• Offer elke ervaring aan het Hoogste; zo blijft je pad licht en vrij.
• Regelmatige samādhi onderhoudt causale gezondheid, verbrandt karma en opent de weg naar zelfrealisatie.

Verlaat het doel, volg de stroom. Het Licht vindt jou.

Meedoen? Schrijf je in.

Schrijf je vandaag nog in en begin jouw reis naar innerlijke rust.

Related Articles